01 april 2018

De grens vertelt je iets

Een dag onderweg, een dag weg.

Gulzig lezen inhalen. Gretig het boek verslinden. Alsof het eindelijk nog eens kan.

Het landschap glijdt voorbij. Het landschap is stil, wil je niet storen.

Het lichaam heeft nog een andere tijd, een na-ijltijd.

Het sluimerende verdriet van een week. Je huid weet het.

Soms is het alsof je staat te kijken naar een trein die voorbij rijdt. En je weet dat dat beter is.

En dat je lichaam dat beseft terwijl je in een trein zit.

Je kijkt ernaar.

Het ritme van de reis heeft je overgenomen.

Dat het landschap daar is, je vertrouwt het. Het boek zuigt je vast.

De moeder en haar twee kleine jongens naast je hebben een discussie over de privatisering van de spoorwegen.

Je kijkt even voor je en komt zo terecht in de opmaakspiegel van de vrouw voor je. Even in de war.

Zou je aanraakbaar zijn?

Bericht van een dierbare vriendin. Ze gaat oma worden. Hoe bijzonder het voor je was, toen zij moeder werd. Het landschap ziet je ontroering. Je bent zo blij voor haar.

De trein lijkt zo snel te rijden, er is nog zoveel boek over. (Gelukkig is er nog een terugreis.)

Buiten is het paasguur.

Je kijkt naar de passie. De mooie stemmen. De muziek die beweegt.

Je probeert iets te zeggen over de dansers en de cello.

De reis terug begint.

Je hebt iets geleerd over het verdriet.

Soms is het alsof je huid het boek leest. Je vraagt je af hoe dat komt.

De overstap. De andere trein, die nog beter leest.

De trein rijdt over het brede water. Deze plek is altijd bijzonder.

Zou je aanraken?

Je hebt iets geleerd over ouder worden.

De windmolens in het landschap.

Het boek lijkt het ook over hemel en hel te hebben.

De trein wacht even, bolt een stukje terug.

Nog een overstap. Je buik wil je iets zeggen.

(Je weet trouwens niet of je veel zin hebt in drie dagen wit brood eten.)

De treinmeneer maakt een grapje.

De trein had ook nog enkele rondjes mogen rijden, tot je boek uit was. Niet dus.

Het is alsof de kasseien anders liggen in de stad.

Je wilt het graag warm hebben.

Je hebt nog iets met je buik te bespreken.

Je hebt iets geleerd over bewegen in de tijd, en weten wanneer de tijd daar is.

Geen opmerkingen: