08 september 2017

Even helemaal stil

Laat het even helemaal stil worden, denk je soms.

Je zit in de trein. Je bent moe. Iets in jou zou alleen willen zijn, alleen met de boekenbijlage van de krant. Om traag te lezen. Natuurlijk is de trein van iedereen. Natuurlijk is alles goed. Maar een stukje van jou, zou willen dat. Mensen op weg naar de luchthaven zijn anders rusteloos dan anderen. Ze zijn invasiever, of zoiets. Ze roepen net iets luider, zijn net iets arroganter. Sommigen toch. De anderen willen misschien ook gewoon dat het stil is. Er zijn gradaties van liefde te zien. En iets in jou zou willen dat iedereen stil is, en zacht. Heel voorzichtig. Iedereen mag naast je zitten, natuurlijk. Maar alleen in een sierlijke stilte, en een bijna sensuele voorzichtigheid, denkt iets in jou. Het zal voor een andere keer zijn.

Soms zou je willen dat niemand iets kan vragen of zeggen. Natuurlijk mag alles, en wil je er zijn voor iedereen. Maar soms verlang je naar die plek, waar niemand, even, iets zou kunnen vragen of zeggen. Er zou geen vraag kunnen komen die aan je trekt. Geen vraag die je doet voelen dat een stuk van jou moe is, door de mogelijkheid van die vraag. Natuurlijk kun je naar die plek gaan, denk je. En toch zie je, in je hoofd hoe die plek eruit zou zien, en hoe stil het daar is.

Je ziet het witte lichaam van een man van jouw leeftijd (ongeveer toch, hij ziet er iets ouder uit), in de spiegel. Vorige week dacht je nog, toen je hem zag, dat hij niet mooi genoeg was, voor iets. Je bent een week verder. Je vraagt iets aan de buik van die man in de spiegel. Dat het helemaal stil zou worden, al is het maar voor enkele dagen.

Je huid vertelde je iets. Bijna had je het niet gehoord. Je was onderweg, liep door de stad. Zoveel mensen verdwalend in geslenter. Je bent niet bestand tegen geslenter, denk je. Je huid vertelde je iets. Het was iets van een ander moment, dat nu pas verteld werd. Of toch niet. Iets over het kunnen verdragen om helemaal stil te worden. In trage huiderigheid. Voor de huid zijn er gradaties van zichzelf zijn. En daar, op die plek die die stilte zou zijn, zou je aanraakbaar zijn. Voor wie het zou zien.

Kijken naar die muziek van Bach. Het is alsof die noten een lijn trekken waardoor al het andere zich terugtrekt. En als je naar de noten kijkt, zie je tegelijk ook de stilte. Hoe dat juist zit, kun je niet uitleggen. Het heeft iets met de volle leegte te maken. Je dacht er nog aan, de andere dag. En even leek je het te begrijpen.

Soms weet je lichaam waar je moet zijn. Bij wie je moet zijn. Bij wie je niet moet zijn. Op welke plek je begint te lekken. Je lichaam is zo slecht nog niet, ondanks al die littekens en sporen van falen, steeds weer. Niet dat je er iets mee gaat doen, nu al, maar het is goed te weten dat je lichaam iets weet. Je kunt zien waar het stiller zou kunnen worden, dan.

Het zou kunnen dat je handen iets vermoeden. Dat ze iets weten, van ooit. Misschien hoef je niet meer te vluchten. En kan het stil worden in je hoofd.

Soms zie je waar je zou zijn, aan de andere kant van de pijn.

Je kijkt naar je handschrift. De woorden komen traag nu. Omdat het mag. Met de woorden zie je ook beter de stilte ertussen. Je zou alleen die woorden willen kunnen kiezen die bij dit papier passen, bij dit licht, bij deze adem. Je zou alleen samen willen zijn met die woorden. Je bestemming zou samenvallen met wat je altijd al was, ergens. Soms zie je die woorden.

Je zei iets over verlangen. In een onbewaakt moment. Sommige woorden kunnen hun eigen verdwijnen zijn. Zoals je soms bang kunt zijn van het niet  herkennen van een gelaat, van het telkens opnieuw jezelf overtuigen in die ene seconde. Misschien is het hetzelfde zwarte gat. Dat is daar, je kunt het zien. En de stilte waar je je uit handen kunt geven is net daarnaast. Hier, misschien wel.

Soms lees je woorden, bij sommigen. En je weet niet goed waarom, en je weet niet of het belangrijk is, je weet zelfs niet of je erover zou moeten denken. Maar je denkt dat ze niet kloppen. Dat iemand die woorden enkel gebruikt om gezien te worden. Er zijn allerlei redenen, ongetwijfeld. Er wordt gedaan wat verwacht wordt, wat een doel zal hebben, ongetwijfeld. Een doel dat ook het jouwe is, waarschijnlijk. En toch denk je dat de woorden enkel gebruikt worden. Terwijl je woorden ook kunt kiezen, met liefde in je handen nemen en voorzichtig naast elkaar neerleggen. Die woorden delen iets met de stilte.

Geen opmerkingen: