08 januari 2017

Alleen maar rivier te zijn

Ademen alsof je dat middenstuk bent van het concerto voor twee violen. Alleen maar die eindeloze beweging zijn. 

En alles wat je je voorneemt. Hoe je het stotterend vertelt.

Hoe het vertellen iets doet met je lichaam.

En je dat vele uren later nog voelt. Aan de andere kant van de nacht.

Je zult het zelf moeten zeggen, zegt ze. Jij eerst. En ze heeft gelijk.

Je zult het zelf moeten zeggen.

De rivier.

Je weet waar de rivier is, eigenlijk.

Aan de oever zitten, en kijken.

Kijken.

En dan die trage dans, misschien.

Die trage dans.

Tot de maan komt.

Misschien moet je het proberen.

Elke dag weer. Op de rand van de nacht.

Alsof je lucht brengt in je huid.

En een verdriet weg kan sijpelen.

Je vertelde het ook.

Hoe wat je las je deed wankelen.

Of was het net omgekeerd?

En zag je net beter waar je bedding is.

Waar je rivier bent.

Iets met een spiegel, dat wou je, had je gezegd.

Een trager naakt.

En dan de handen.

En dan de rivier, dus.

Het zou kunnen. Het zou niet eens zo moeilijk zijn.

Zoals een verlangen kan zijn.

Het is tijd, denk je.

We zijn oud genoeg, zei iemand je, onlangs nog.

Het is goed. Gewoon.

Je vertelt. De dingen. En je wist het al.

Je zult het zelf moeten zeggen.

Gewoon even dansen nog.

Dat is genoeg, voor vandaag.

Gewoon even ademen, alsof je dat bent.

De dingen neerleggen, voor vandaag.

Je blijft.

De rivier.

En dat is goed.

Geen opmerkingen: