03 september 2016

Nazeeën


Het zou een werkwoord kunnen zijn: zeeën. Wij zeeën. Je kunt je er iets bij voorstellen. Je ziet het, maar het is nog aan de andere kant van de woorden.

(Zou bergen dan ook een werkwoord kunnen zijn?)

Misschien was je een beetje verlegen over het verhaal over de zee. Misschien is dat niet zo erg, is het gewoon. Misschien hoort dat wel bij het verhaal van de zee.

Verhalen die bijna uitgesproken werden. Soms ben je dicht bij mensen met verhalen die bijna uitgesproken werden.

In de trein. Je kijkt naar de anderen, en je denkt: je kunt ook traag zitten. Wat dat wil zeggen, je weet het niet.

De ochtendmeditatieplek. Daar waar je rustig wacht op groen, terwijl alle andere mensen al door het rood vertrekken.

Die avond. Je loopt naar huis. Je probeert verschillende ruggen uit.

Een mooi gesprek. Iets over zeeën en bergen. Je vertelt het toch. Een deel van het verhaal.

Liedjes die in je hoofd blijven zitten.

Verhalen die je bijna had verteld.

Een middag. De chocolade is op. Even ben je radeloos. (Je hebt wel ervaring met dingen die niet kunnen.)

Die avond. Onderweg van de ene naar de andere afspraak. Het is alsof je licht fietst, alsof je glijdt, door de avondzee.

Een droom die je verontrust. Iemand die je dierbaar is leest je een brief voor. Je handen trillen.

Later die week kom je haar tegen in de winkel. Dat van die brief was alleen maar in je hoofd. Gelukkig.

De dag van de school, weer. Beelden in je hoofd. Hoe zou het zijn ginder? Mama’s en hun kinderen. Het is alsof je enige gedachten naar de kosmos moet sturen.

Voor de eerste keer een kredietkaart gebruiken, en denken dat er ongetwijfeld ergens iets zal ontploffen. Minstens.

Die avond. Enkele afspraken. Bang zijn dat je te laat zult zijn. Onderweg al vaststellen dat je veel te vroeg zult zijn. (Zoals gewoonlijk.) Nog trager fietsen om toch een beetje minder veel te vroeg aan te komen, dat lukt niet.

De druivenmevrouw op de markt. Ze zegt dat ze er volgende week uitzonderlijk niet zal zijn. Je bent nu al een beetje bang voor de druivenradeloosheid van volgend weekend.

Iets trekt in je nek. Welke natuurkracht wil jou iets zeggen?

In de opleiding die je geeft. De zwarte mevrouw vertelt een verhaal dat een beetje gaat over racisme, maar ook over kwetsbaarheid, moe zijn in het leven. Het ontroert je dat ze het zo rustig vertelt, telkens zoekend naar de juiste nuance, telkens zichzelf ook een beetje bevragend.

Het groepje Indiase vrouwen dat op de metro stapt. Ze zijn heel erg mooi gekleed, ze stralen helemaal. Waar zouden ze over praten?

Die avond. Eindelijk weer eens gewoon thuis. Je probeert een stukje te schrijven met dingen die ergens in je hoofd ronddolen. Je voelt je een beetje amateur in je eigen gedachten. En tegelijk denk je dat het goed is dat je ze uitschreef.

De film over de opgroeiende jongen. Je ziet nog hoe het was toen je die film in de bioscoop zag. Hij ontroert je weer. Dingen die net niet gebeuren, net niet gezegd worden. En dat ene kantelende moment in de film. De moeder, in één zinnetje, die zegt dat ze dacht dat het meer zou zijn. Het leven.

Spinnen dus.

Dingen die bijna gezegd worden. Verhalen zoeken opdat het niet overgaat, de mogelijkheid van een verhaal.

Het eerste stukje chocolade van dat speciale pak. Je roept iets in de lucht. Over lekker.

Beelden in je hoofd. Ze nemen je mee naar waar je zou willen zijn. En wat het met je huid zou doen.

Tussendoor denk je aan zeeën.

Geen opmerkingen: