12 september 2012

De wat

Kleine dingen kunnen je heel even doen wankelen, onverwacht.

Je krijgt een factuur thuis van het ziekenhuis. Allemaal namen van dokters die je niet kent. Onder meer iemand van kindergeneeskunde. En je had toch geen kinderen? Even in de war. Normaal betaal je een rekening al nog voor die is aangekomen, bij wijze van spreken. Stel je voor dat je een minuut te laat zou betalen… De cavalerie zou onmiddellijk binnenstormen om je uit je bed te lichten, om daarna over te gaan tot langdurige martelingen. Minstens.

Toch maar even bellen dit keer. Wie weet, is er wel een fout gemaakt. Ergens net een nummertje verkeerd of zo. Iemand anders, die met zijn zoon naar het ziekenhuis ging, en die factuur had moeten krijgen. Wie weet.

De vriendelijke mevrouw van de medische administratie ziet blijkbaar onmiddellijk wel degelijk jouw naam in de computer. En het is ook van het onderzoek naar HNPCC. Het wat, denk je even, maar dat woord zal wel niet zo belangrijk zijn.

Je weet nog steeds niet waarom je die factuur moet betalen. Je had helemaal geen weet van een nieuw onderzoek of zo.

Je wordt doorverbonden naar de andere afdeling. De professor die de opdracht heeft gegeven blijkt net niet aanwezig te zijn. De woorden dikke darm en nog eens HNPCC vallen. Het wat? Het IPCC ken je wel. Maar wat moet je nu doen?

Je krijgt de naam van de professor, en je mag haar zelf bellen. Zomaar zelf bellen? Ja, dat mag zeker.

Een uur later doe je dat dan ook. Ze vraagt hoeveel er op de factuur staat als te betalen bedrag. Blijkt een standaardbedrag voor een standaardonderzoek te zijn. En het gaat over HNPCC, dat kent u toch? Je begint je toch een beetje heel dom te voelen, zoals gewoonlijk. Had je dat dan moeten kennen? Aarzelend zeg je dat je het niet kent. HNPCC? De ziekte van Lynch? Er beginnen geen bellen te rinkelen.

Na even doorvragen blijkt dat er opnieuw een genetische screening zal gebeuren op het tumorweefsel dat zoveel jaar geleden uit je buik werd geknipt. Toen was er ook al zo’n onderzoek uitgevoerd. En dat was ‘inconclusief’. Men kon dus niet zien of de kanker die je had een erfelijke variant was of niet. En nu gaat men dat opnieuw bekijken, met nieuwe technieken. En dan zou het dus die HNPCC kunnen zijn. En dan zou je uiteindelijk weten wat je had toen, en waarom je dat op zo’n jonge leeftijd kreeg.

Je zegt dat je dat allemaal interessant vindt, en zeer nuttig. Maar dat je eigenlijk helemaal niet wist dat men dat ging doen. Maar dat staat allemaal in de brief, hoor je. Dat je geen brief hebt gekregen, zeg je, enkel een factuur. (Die brief zal ergens in het universum onderweg zijn, ongetwijfeld.)

Je bedankt mevrouw de professor (met de naam die je nog steeds niet goed begrepen hebt). Je zult onmiddellijk betalen als je straks weer thuis bent, denk je erbij.

En dan, slaat ineens de paniek toe. Waarom eigenlijk?

Je gaat zoeken, naar dat rare woord met al die letters. En je begint te discussiëren met jezelf, ergens in je hoofd. Dat het toch goed is dat je misschien zult weten waarom je die kloteziekte kreeg. Dat het toch goed is om duidelijkheid te hebben, na al die jaren.

En toch. Ineens zie je daar ook dat je in positief geval zo ongeveer 50% kans zou hebben om dat door te geven aan je potentiële kinderen, mocht je die al hebben. Dat het dus goed is dat je geen kinderen hebt, denk je nog even. Maar dat je helemaal nog niet weet of je dat ding met die rare naam wel hebt, zeg je er nog meteen achteraan. En zo gaat het door, nog een tijdje, lang eigenlijk.

En snel stuur je nog een mail naar die mevrouw die je vorige week nog aan de lijn had. Om te checken of die schuldsaldoverzekering nu eindelijk helemaal en echt in orde is?

De discussie gaat verder in je hoofd. Alsof het mogelijk weten van de oorzaak van je ziekte op een of andere manier ervoor zou zorgen dat je terug ziek zou worden, waar slaat dat nu op? Dat is toch helemaal irrationeel? Dat klopt, zeg je tegen jezelf. Maar ja.

Af en toe even wankelen dus. En daarna gaat alles weer gewoon verder, zoals daarvoor.

Geen opmerkingen: